Nieuws
De digitale inclusie versterken in de Zorgzone Zuid-Oost
08 jul
Echo’s van het 4e Thematisch Overleg “Preventie en gezondheidsbevordering”
Op 3 juni vond het vierde overleg van het Thematisch Overleg “Preventie en gezondheidsbevordering” van de Zorgzone Zuid-Oost plaats.
Vijftien gezondheids- en welzijnsprofessionals bespraken twee thema’s:
- de strijd tegen digitale ongelijkheden;
- de samenwerking tussen gezondheids- en welzijnsprofessionals om de bewustmaking en toegang van doelgroepen tot de griepvaccinatie te versterken.
Hier is de link naar de presentatie.
1) Hoe de digitale inclusie in Zorgzone Zuid-Oost versterken?
Tijdens eerdere bijeenkomsten wezen professionals herhaaldelijk op de moeilijkheden die burgers ondervinden bij het verkrijgen van toegang tot diensten en rechten, in verband met de toenemende digitalisering van publieke en private diensten. Deze moeilijkheden beperken hun handelingsvermogen op vele gezondheidsdeterminanten en versterken andere sociale ongelijkheden, met gevolgen voor gezondheid, onderwijs, werkgelegenheid, toegang tot rechten, participatie en sociale relaties.
Bespreking
Het gesprek werd ingeleid en begeleid door Vincent Ferré, projectverantwoordelijke « Informaticien·nes Public·ques » bij vzw ARC, en Fabrice Bissey, opleider voor dit project. Dank aan hen voor hun waardevolle inzichten!
Het project « Informaticien·nes Public·ques » (IP) is een eerstelijnsdienst die burgers ondersteunt die digitaal uitgesloten zijn. De IP’s (Public IT Specialist) houden wekelijkse permanenties in buurtorganisaties die rechtstreeks contact hebben met burgers (64 permanenties in Brussel, waarvan 6 in de Zorgzone Zuid-Oost). Ze helpen hen bij het uitvoeren van een online betaling, het downloaden van administratieve documenten, het versturen van e-mails, opzoekingen doen of het gebruiken van online platformen van essentiële diensten. Ze bieden ook kleine technische hulp.
De deelnemers maakten eerst een “top 10” van de voornaamste digitale obstakels waarmee hun doelgroepen geconfronteerd worden. Bovenaan staan: online afspraken maken, het beheren of ontbreken van een e-mailadres, en het installeren van apps zoals Itsme. Bij elk probleem vroegen de deelnemers zich af: “Is het mijn taak om dit op te lossen?” en deelden ze hun concrete ervaringen, vragen en hulpmiddelen.
Bij veelvoorkomende moeilijkheden nemen veel professionals het initiatief om te helpen, ook al vinden ze dit niet altijd hun verantwoordelijkheid. Ze geven aan dat hun vermogen om te helpen sterk afhankelijk is van hun beschikbare tijd en competenties. De gesprekken bevestigen dit: de digitalisering van diensten verhoogt de werklast van hulpverleners, die naast sociale ondersteuning ook digitale ondersteuning moeten bieden. Tegelijkertijd verlaagt dit de autonomie van de burgers.
Wanneer tijd of middelen ontbreken, verwijzen de deelnemers mensen door naar een Openbare computerruimte (OCR) of naar een IP. Ze benadrukken echter dat deze doorverwijzing een bijkomende drempel vormt, vooral wanneer deze diensten niet dichtbij of niet onmiddellijk beschikbaar zijn. Ook andere nuttige hulpmiddelen worden gedeeld: sensibiliseringsacties (zoals rond internetfraude), introducties en opleidingen.
Het is daarom essentieel dat professionals het lokale aanbod rond digitale inclusie kennen, zodat ze mensen kunnen doorverwijzen naar aangepaste oplossingen.
Federica La Monica, verantwoordelijke voor de sociale coördinatie van het OCMW van Oudergem, en Camille Hermant, projectverantwoordelijke bij het OCMW, presenteren de aanpak van het OCMW Oudergem en de Werkgroep “Digitale Inclusie” van de Sociale Coördinatie. Deze initiatief bestond uit het opleiden van digitale begeleiders onder de vleugels van de vzw ARC – die vandaag actief zijn op vijf locaties in de gemeente – en het ontwikkelen van een mobiele OCR dat ter beschikking kan worden gesteld aan verenigingen of aanwezig kan zijn op evenementen. Er worden ook verschillende opleidingen aangeboden aan inwoners, in samenwerking met het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) en de OCMW-diensten (socio-professionele inschakeling en huisvesting).
De medewerkers van vzw ARC maakten een eerste inventaris op van beschikbare hulpmiddelen in de Zorgzone Zuid-Oost. Het ondersteuningsteam van de Zorgzone stelt voor dit overzicht aan te vullen met de in de bijeenkomst gedeelde initiatieven en het te verspreiden onder de deelnemers, en ruimer bij gezondheids- en welzijnsprofessionals in de Zorgzone.
Uit de gesprekken kwamen ook andere uitdagingen naar voren:
- Ook hulpverleners zelf kunnen digitale moeilijkheden ervaren, wat hun mogelijkheid om anderen te ondersteunen beperkt.
- Sommige ouderen of minder mobiele mensen kunnen zich niet verplaatsen naar een OCR of IP-permanentie. Afhankelijk van de nood kan hulp thuis geboden worden (door ergotherapeuten, thuiszorgdiensten…) of via specifieke projecten (zoals het project « Ensemble tous connectés » van het Rode Kruis).
- Voor sommige geïsoleerde personen vervullen digitale inclusie-actoren ook een belangrijke sociale verbindingsrol.
Ten slotte benadrukten deelnemers van een subgroep, evenals Vincent Ferré tijdens het slotgesprek, dat een deel van de oplossing ligt in het fysiek of telefonisch toegankelijk houden van essentiële diensten. Vincent Ferré verwees daarbij naar het “Comité Humain du Numérique”, dat ijvert voor het behoud van niet-digitale toegankelijkheid van publieke en private diensten. De vereniging werkt aan een “Code du numérique” om de plaats van digitale technologie in het leven van mensen te herdenken en het debat hierover te openen.
Actiesporen
- Het in kaart brengen van de initiatieven rond digitale inclusie in Zorgzone Zuid-Oost verderzetten en vervolgens verspreiden. Daarbij kan worden voortgebouwd op bestaande repertoria (bijv. de Gids van de Digitale Inclusie en de flyer met digitale hulp in Etterbeek die momenteel wordt voorbereid), en dit aangevuld met andere initiatieven dan enkel de openbare computerruimtes (OCR) en IP.
- De interacties tussen sociale begeleidingsdiensten en digitale begeleidingsdiensten in Zorgzone Zuid-Oost verdiepen: kennen zij elkaar voldoende? Is er nood aan het ondersteunen van bepaalde synergiën of samenwerkingen (bijv. het in kaart brengen van de opleidingsbehoeften van sociaal werkers en/of gebruikers, en het opzetten van gerichte opleidingen door digitale actoren in de buurt)?
2) Welke samenwerkingen om de sensibilisering en de toegang van doelgroepen tot de griepvaccinatie te versterken?
Als aanvulling op hun huidige opdrachten – namelijk het organiseren van de “Gezondheidspreventie-afspraken” voor inwoners op verschillende locaties in de Zorgzone, en hun deelname aan de maandelijkse infosessies over gezondheidspreventie – krijgen de Medewerkers Preventie en Gezondheidspromotie een nieuwe verantwoordelijkheid: het bevorderen van de synergie tussen actoren voor de uitvoering van preventiecampagnes op het niveau van de Zorgzone.
Het doel: de toegang van doelgroepen tot deze campagnes verbeteren.
Bespreking
De griepvaccinatiecampagne, die gepland staat voor komende november, wordt de eerste actie waarin de Medewerkers Preventie en Gezondheidsbevordering actief zullen betrokken worden. Het gaat om een pilootcampagne, gericht op één wijk per Zorgzone.
Na een herinnering van de doelgroepen, werden de deelnemers uitgenodigd om acties van informatie, sensibilisering of vaccinatie die de afgelopen jaren al werden ondernomen, te delen. Meerdere initiatieven werden genoemd: affiches of sensibiliseringsmateriaal verspreid door ONE, gesprekken tussen professionals en cliënten over vaccinatie (ONE, maisons médicales), vaccinatie-aanbod (maisons médicales), telefonische oproepen naar doelgroepen door gezondheidsadviseurs (intermutualistisch project), en een drietalige kalender bij apothekers (Gezond in Brussel).
Vervolgens werd aan de aanwezige professionals gevraagd na te denken over hun mogelijke rol in de campagne: proactief of eerder informatief/ondersteunend. Afhankelijk van hun opdrachten en werkcontext toonden de deelnemers zich bereid om informatie door te geven aan begunstigden, hen door te verwijzen naar huisartsen, een informatieve rol te spelen of sensibiliserende acties op te zetten – onder andere tijdens de Ontmoetingen rond gezondheidspreventie.
Uit de discussie bleek ook dat veel professionals uit de sociale sector zich niet betrokken voelen bij de problematiek rond vaccinatie. Nochtans staan zij vaak in contact met kwetsbare doelgroepen die meer risico lopen op complicaties bij griep en minder toegang hebben tot de reguliere gezondheidszorg. Dit benadrukt het belang om de rol van gezondheids- en welzijnsprofessionals in bepaalde aspecten van het volksgezondheidsbeleid te versterken.
Actiepistes
Brusano wil de coördinatie tussen lokale initiatieven ondersteunen, met hulp van de Medewerkers Preventie en Gezondheidsbevordering voor sensibiliseringsacties, om zo de impact van de griepvaccinatiecampagne bij de bevolking te vergroten.
Het gaat bijvoorbeeld om het zichtbaar maken van de plaatsen waar men zich kan laten vaccineren – zoals apotheken – om zo de druk op huisartsenpraktijken te verminderen. De Medewerkers Preventie en Gezondheidsbevordering van de Zorgzone Zuid-Oost zullen bij de start van het nieuwe schooljaar terugkoppelen naar de professionals in de Zorgzone met concrete voorstellen.
3) Monitoring van noden
Het ondersteuningsteam van Zorgzone Zuid-Oost herinnerde aan de belangrijkste noden die door de gezondheids- en welzijnsprofessionals het afgelopen jaar werden gesignaleerd op het vlak van preventie en gezondheidsbevordering (zie dia 11 van de presentatie). Binnen de verschillende geïdentificeerde thema’s werden de voorbije maanden drie prioritaire aandachtspunten uitgewerkt: het bestrijden van isolement, het bevorderen van fysieke activiteit en gezonde voeding, en woonproblematieken.
Twee concrete acties zijn momenteel in ontwikkeling:
- Het in kaart brengen en zichtbaar maken van het aanbod aan ‘welzijnsactiviteiten’ in de Zorgzone (activiteiten die sociale verbinding, fysieke activiteit en gezonde voeding bevorderen), gericht op zowel professionals als cliënten.
- De ontwikkeling van een ‘doorverwijstool Huisvesting’ voor professionals: dit instrument heeft als doel om duidelijkheid te scheppen over de diensten die begunstigden met woonproblemen kunnen ondersteunen, zodat zij gemakkelijker doorverwezen kunnen worden naar gepaste hulp (problemen zoals ongezonde woonomstandigheden, conflicten met de eigenaar, betalingsproblemen van energiefacturen, zoektocht naar een woning…). Tegelijk wil het instrument de handelingscapaciteit van professionals versterken.
De deelnemers werden uitgenodigd om eventuele nog niet opgelijste noden te signaleren. Daarbij kwamen verschillende aanvullende thema’s naar voren: pesterijen bij kinderen, toegankelijkheid voor mensen met een beperkte mobiliteit, het toenemende vaccinatie-uitstel, en schooluitval.
Gevraagd naar thema’s die nog niet aan bod kwamen maar wel als prioritair worden beschouwd, benadrukten de deelnemers: verslavingspreventie en risicoreductie, en de strijd tegen intrafamiliaal geweld. Ook het belang om blijvend in te zetten op fysieke activiteit en gezonde voeding werd nogmaals benadrukt.
4) Uitwisseling van nieuws
Tijdens de bijeenkomst werd nieuws uitgewisseld tussen de deelnemers en over het werkveld. Dit overzicht is terug te vinden in de presentatie (dia’s 16-42).
De volgende bijeenkomst van het Thematisch Overleg “Preventie en Gezondheidsbevordering” vindt plaats op 18 november van 13u tot 16u, Kerselarenlaan 241 (SLW).